De diagnose
Hoe kan een patiënt en ook een therapeut de relatie leggen tussen pijn in het been en het mogelijkerwijs vastzitten van het fibula kopje?
Het is erg eenvoudig om dit te constateren. De patiënt gaat op een stoel zitten, klemt een vuist tussen zijn knieën en zet de hakken tegen elkaar. Vervolgens probeert de patiënt langzaam zijn of haar voorvoeten naar buiten te laten wijzen, zonder de knieën en de hielen te verplaatsen. De hielen draaien natuurlijk wel mee. Lukt het maar met één voet naar buiten te draaien, dan heeft het andere stijve been een geblokkeerd fibula kopje.
Waarom zien de behandelend artsen de klacht over het hoofd?
Behandelaars kijken vaak alleen naar de enkel omdat de patiënt dit aanwijst als de oorzaak terwijl dit niet zo is. Wanneer de pijn in het been niet verdwijnt, is het zinnig om de mobiliteit te onderzoeken zoals besproken bij het onderdeel diagnose.
Behandelaars kijken vaak wel naar de binnen- en buitenenkel maar realiseren zich vaak niet dat het bot van de buitenenkel ( het onderste deel van de fibula) eigenlijk doorloopt tot in de knie( dus tot in het fibulakopje). Zou u aan behandelaars de vraag stellen: ” Is de knie een functioneel onderdeel van mijn enkel?” Dan zeggen de meeste behandelaars dat u het wel erg ver zoekt.
Door huisartsen, fysiotherapeuten, podotherapeuten wordt deze klacht veelal over het hoofd gezien. Ze denken er gewoon niet aan, het is te simpel. Zo kan de arts bijvoorbeeld tijdens een knieoperatie ongemerkt het fibulakopje uit de kom drukken. Dit wordt na de operatie doorgaans niet gecontroleerd. Op rontgenfoto’s of MRI is deze kleine verplaatsing niet te zien of er wordt niet naar gezocht bij pijnklachten rond de enkel. Wanneer de fibula op de juiste plek zit zal een arts dit niet forceren om te onderzoeken of er verplaatsing mogelijk is. Op röntgen foto’s of een MRI is de kleine verplaatsing niet te zien of er wordt gezocht bij de pijnklachten rond de enkel.